STATUTEN

BEGRIPSBEPALINGEN.
ARTIKEL 1.
Steeds als in de statuten van de vereniging of in een reglement van de vereniging sprake is van:
• "(het)/(een) lid"; "(de) leden"; of "(het) lidmaatschap" wordt daarmee bedoeld: (het)/(een) lid van de vereniging; (de) leden van de vereniging; of (het) lidmaatschap van de vereniging, als de vereniging verschillende soorten leden kent zonder onderscheid naar soort, behalve als de statuten van de vereniging uitdrukkelijk anders bepalen;
• "(het) bestuur" wordt daarmee bedoeld: het bestuur van de vereniging;
• "(de) ledenvergadering" wordt daarmee bedoeld: het orgaan dat gevormd wordt door stemgerechtigde leden; en ook de bijeenkomst van stemgerechtigde leden en eventuele andere personen met vergaderrechten binnen de vereniging;
• "(de) statuten" wordt daarmee bedoeld: de statuten van de vereniging;
• "gewone meerderheid van stemmen" wordt daarmee bedoeld: (ten minste) de helft plus één van de uitgebrachte stemmen; en ingeval het aantal uitgebrachte geldige stemmen oneven is: de kleinst mogelijke meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
 
NAAM EN ZETEL.
ARTIKEL 2.
1. De vereniging draagt de naam: Anyam.
2. De vereniging is gevestigd te Ridderkerk.
3. De vereniging heeft volledige rechtsbevoegdheid.
 
DOEL EN MIDDELEN.
ARTIKEL 3.
1. De vereniging heeft ten doel: het bieden van gelegenheid tot diverse recreatieve sport en nevenactiviteiten aan verstandelijk beperkte personen.

2. De vereniging tracht dit doel te bereiken door uitsluitend wettige middelen, zoals: 
• het initiëren, organiseren, mede organiseren, doen organiseren, coördineren en begeleiden van sportieve activiteiten alsmede andere activiteiten en evenementen;
• het aan mensen met een verstandelijke beperking bieden van mogelijkheden tot recreatieve sportbeoefening en ter beschikking stellen van de daartoe nodige faciliteiten, zoals accommodatie en materiaal;
• het promoten van sport voor mensen met een verstandelijke beperking;
• het promoten van de activiteiten van de vereniging;
• het leggen en onderhouden van contact en het samenwerken met derden indien en voor zover dat voor de vereniging nuttig kan zijn.
 
ARTIKEL 4.
De vereniging duurt onbepaalde tijd voort.
 
LEDEN; LIDMAATSCHAP; LEDENREGISTER.
ARTIKEL 5.
1. De vereniging kent gewone leden, bijzondere leden en ereleden.

2. Gewone leden kunnen zijn: natuurlijke personen die zich door hun ouders, verzorgers ofwettelijk vertegenwoordigers of indien zij daartoe in staat zijn zichzelf daartoe bij het bestuur schriftelijk hebben casu quo zijn aangemeld en als zodanig door het bestuur zijntoegelaten. Als het bestuur toelating weigert kan de ledenvergadering daartoe alsnog besluiten;
• De ouders, verzorgers of wettelijk vertegenwoordigers die een persoon als lid hebbenaangemeld, zijn verplicht bij het doen van de aanmelding tevens een persoon aan te wijzen die:
• Het lid voor de uitoefening voor alle andere aan het lidmaatschap verbonden rechten dan die in de statuten zijn benoemd, zal vertegenwoordigen
• Door het bestuur op de nakoming van de aan het lidmaatschap verbonden verplichtingen kan worden aangesproken.

3. Bijzondere leden zijn natuurlijke personen die het mogelijk maken dat de verstandelijkbeperkte leden hun recreatieve (sport)activiteiten tot uitvoer kunnen brengen

4. Ereleden zijn zij die wegens hun buitengewone verdiensten voor de vereniging of in verband met het doel van de vereniging op voorstel van het bestuur door de ledenvergadering, bij met minstens twee/derde van de stemmen, tot erelid zijn benoemd. Het erelidmaatschap duurt voor het leven. Het bestuur kan het lidmaatschapintrekken, als zij dit nodig acht.

5. Het lidmaatschap is persoonlijk en kan dan ook niet worden overgedragen. Het lidmaatschap kan niet worden verkregen door erfopvolging

6. Bij reglement, vast te stellen door de ledenvergadering, kunnen aan het lidmaatschap verbintenissen verbonden worden.

7. Het bestuur houdt een register waarin ten aanzien van ieder lid vermeld worden diens naam, adres en ingangsdatum lidmaatschap. Dit register wordt regelmatig bijgehouden.

8. Ieder lid, al dan niet vertegenwoordigd door hun wettelijk vertegenwoordiger, zorgt ervoor dat zijn adres steeds bij de vereniging bekend is. Alle opzeggingen, mededelingen en kennisgevingen vinden plaats aan het in voormeld register ingeschreven adres.
 
SCHORSING VAN EEN LID.
ARTIKEL 6.
Het bestuur is bevoegd om een lid te schorsen.
Dit kan alleen als dat lid herhaaldelijk in strijd handelt met zijn lidmaatschap-verplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate schade toebrengt of heeft toegebracht.
De periode van schorsing gaat in op de dag waarop het besluit tot schorsing is genomen. De schorsing duurt tot en met de eerstvolgende ledenvergadering, maar nooit langer dan drie maanden.
Tijdens de periode van schorsing kunnen door of namens het desbetreffende lid de aan diens lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend, maar dat lid heeft wel toegang tot de ledenvergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en is bevoegd om daarover in die vergadering het woord te voeren.
 
EINDE LIDMAATSCHAP
ARTIKEL 7.
1. Het lidmaatschap eindigt :
a. door overlijden van het lid of bij een lid / rechtspersoon door ontbinding.
b. ten gevolge van opzegging door het lid of diens ouders, verzorgers of wettelijk vertegenwoordigers;
c. ten gevolge van opzegging door de vereniging; en
d. door ontzetting.

2. 
a. Een lid kan zijn lidmaatschap alleen opzeggen tegen het einde van een kalenderjaar en bij brief. Die brief moet vóór een december door de secretaris van de vereniging zijn. ontvangen. Deze moet die ontvangst binnen acht dagen schriftelijk bevestigen.  Als te laat is opgezegd loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende kalenderjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden om het lidmaatschap te laten voortduren.
b. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een- maand nadat aan het lid een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie

3. 
a. De vereniging kan een lidmaatschap uitsluitend opzeggen als een lid ophoudt te voldoen aan de vereisten die door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld en ook als een lid, dat daartoe herhaaldelijk werd aangemaand, op een juli niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan niet anders dan tegen het einde van het lopende boekjaar en slechts bij brief van het bestuur, die de reden van opzegging vermeldt. Die brief moet vóór één december worden verzonden.
b. Als van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden om het lidmaatschap te laten voortduren kan opzegging door het bestuur tot gevolg hebben dat het lidmaatschap terstond eindigt.
c. Alle kosten, verbonden aan incasso van de onder a hiervoor bedoelde geldelijke verplichtingen, komen ten laste van het lid dat in verzuim is.
 
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan uitsluitend worden uitgesproken als een lid in strijdhandelt met de statuten, met de reglementen of besluiten van de vereniging of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt en vindt plaats door het bestuur Het bestuur stelt de betrokkene zo spoedig mogelijk van het besluit tot ontzetting in kennis en geeft daarbij de reden(en) voor de ontzetting op. Binnen een maand na ontvangst van die kennisgeving kan de betrokkene bij de ledenvergadering in beroep gaan Het betrokken lid is tijdens de beroepstermijn en ook in de periode dat het beroep aanhangig is geschorst. De ledenvergadering kan een besluit tot ontzetting slechts nemen met een meerderheid van ten minste twee/derden van de stemmen.

5. Als het lidmaatschap in de loop van een jaar eindigt blijft de jaarlijkse bijdrage toch voor het geheel door het betrokken lid verschuldigd, ongeacht de reden of oorzaak van dat, einde. Het bestuur kan in voorkomend geval anders besluiten

6. Door opzegging van het lidmaatschap kan een lid zich niet onttrekken aan een besluit-- ten gevolge waarvan de rechten en/of verplichtingen van geldelijke aard van de leden worden gewijzigd, maar het bepaalde in lid 2 van dit artikel blijft gelden. Het in de vorige alinea bepaalde vormt een afwijking op wat is bepaald in Artikel 36, lid- 3, eerste zin van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
 
VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN.
ARTIKEL 8.
1. leder lid is gebonden aan de statuten, aan de reglementen van de vereniging en ook aan de besluiten van de ledenvergadering en van het bestuur.

2. Ieder lid geeft aan het bestuur terstond schriftelijk kennis van elke wijziging in zijn situatie, verband houdende met een of meer vereisten die door de statuten nu of in de toekomst voor het lidmaatschap worden gesteld.

3. Bij reglement kan worden bepaald dat bij niet-nakoming van een of meer aan het lidmaatschap verbonden financiële verplichtingen een boete moet worden betaald en kunnen aan die niet-nakoming andere gevolgen worden verbonden.

4. Ieder lid betaalt een contributie. De ledenvergadering bepaalt jaarlijks het bedrag daarvan. De contributie kan per ledencategorie op verschillende bedragen vastgesteld worden.
 
DONATEURS.
ARTIKEL 9.
Donateurs zijn zij, die zich als zodanig schriftelijk hebben aangemeld bij het bestuur en zich daarbij jegens de vereniging hebben verbonden tot betaling om niet van een jaarlijks door de ledenvergadering te bepalen minimum bijdrage. Ook rechtspersonen kunnen donateur zijn. Het bestuur kan een donateur als zodanig weigeren.
 
GELDMIDDELEN.
ARTIKEL 10.
De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: contributies, eventuele verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen en eventuele andere baten.
 
BESTUUR.
ARTIKEL 11
1. Er zijn ten minste drie en ten hoogste zeven bestuurders; voor het overige stelt het bestuur het aantal bestuurders vast; zo mogelijk op een oneven getal. Bestuurders mogen geen familiaire band met elkaar hebben en bestuurders dienen affiniteit te hebben met de doelgroep verstandelijk beperkten.

 2. De bestuurders worden door de ledenvergadering benoemd uit een of meer bindende voordrachten behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel. Tot het opmaken van een bindende voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als vijf of meer andere leden. De voordrachten van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht door vijf of meer leden moet tenminste drie werkdagen vóór de dag van de vergadering schriftelijk bij de secretaris worden ingediend. Bestuurders mogen alleen zijn diegene die de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt. Bestuurders mogen niet handelingsonbekwaam zijn. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden door de ledenvergadering steeds in functie benoemd. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen met elkaar het dagelijks bestuur. Indien er slechts twee bestuurders in functie zijn, kan één persoon zowel secretaris als penningmeester zijn. Wel moet dan op de eerstvolgende ledenvergadering zoals bedoeld in artikel 14 van de statuten (de jaarvergadering) als agendapunt opgenomen worden de voorziening in de vacature van bestuurder.

3. Aan elke voordracht, genoemd in lid 2 van dit artikel, kan het bindende karakter worden ontnomen door met ten minste twee/derde van de uitgebrachte geldige stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering, waarin tenminste de helft van het totaal aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

4. Als het bestuur vindt dat daar reden voor is kan hij een bestuurder schorsen of ontslaan. Het besluit daartoe kan alleen worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derden van de stemmen en niet dan nadat de betrokken bestuurder zich in de ledenvergadering heeft kunnen verantwoorden.

5. Iedere bestuurder kan zelf ontslag nemen zodra hij dat wil, maar hij moet daarbij een redelijke opzegtermijn toepassen (en wel: drie maanden, behalve als dit van die bestuurder in redelijkheid niet kan worden verlangd).

6. Bestuurders hebben zitting voor een periode van ten hoogste vier jaren, maar kunnen terstond opnieuw benoemd worden.

7. Het bestuur kan een rooster vaststellen op grond waarvan elk jaar een of meer bestuurders aftreden.

8. Als de vereniging geen drie bestuurders meer heeft, maar wel twee, blijft het bestuurwettig samengesteld en volledig bevoegd, maar moet in de ontstane vacature(s) wel zo spoedig mogelijk voorzien worden. Blijft er nog maar één bestuurder over dan is deze slechts bevoegd om ontslag te nemen.
 
Artikel 12.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging.

2. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd: 
• door het bestuur, tenzij uit de Wet anders voortvloeit;
• door twee gezamenlijk handelende bestuurders, onder wie in elk geval de voorzitter, de secretaris of de penningmeester;
leder van hen kan zich daarbij doen vertegenwoordigen door een schriftelijk gevolmachtigde. Voor vertegenwoordiging ten aanzien van de in lid 4 van dit artikel omschreven handelingen is voorafgaande goedkeuring van de ledenvergadering vereist.

3. Het bestuur kan aan bestuurders en/of aan anderen volmacht geven om de vereniging zelfstandig of met een of meer anderen- binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. De vereniging wordt daardoor verbonden.

4. Besluiten tot: het aangaan van geldleningen, het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander--- verbindt, kunnen
door het bestuur alleen rechtsgeldig worden genomen na verkregen toestemming van de ledenvergadering.
 
COMMISSIES.
ARTIKEL 13.
Bij de uitoefening van zijn taak kan het bestuur - onder zijn verantwoordelijkheid- bijgestaan worden door een of meer commissies. Het bestuur stelt deze in en bepaalt de taak en werkwijze daarvan. Het bestuur wijst aan wie er in zo'n commissie zitting hebben, kan binnen elke commissie personen van hun taak ontheffen of vervangen en is bevoegd om een commissie op te heffen.
 
BOEKJAAR, JAARVERSLAG.
ARTIKEL 14.
1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het kalenderjaar.

2. Binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar wordt een ledenvergadering(jaarvergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten met een toelichting, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. De balans en de staat van baten en lasten worden ondertekend door alle bestuurders. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt dat vermeld en wordt daarbij de reden opgegeven.

3. De ledenvergadering benoemt jaarlijks maar uiterlijk dertig dagen vóór de jaarvergadering een commissie van ten minste twee leden -die geen bestuurder mogen zijn- tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende boekjaar dan wel laatst verstreken boekjaar. Deze commissie brengt in de jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Als voor het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis nodig is, kan de commissie zich, op kosten van de vereniging, door een deskundige doen bijstaan.

4. Het bestuur moet de commissie alle door deze gevraagde inlichtingen verschaffen, de commissie desgewenst de kas en de waarden van de vereniging tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de vereniging geven.

5. Het bepaalde in de leden 3 en 4 van dit artikel geldt niet indien aan de ledenvergadering omtrent de getrouwheid van de stukken wordt overgelegd een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in Artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

6. De ledenvergadering kan slechts expliciet en bij afzonderlijk besluit decharge verlenen aan het bestuur voor het financiële beheer over het desbetreffende boekjaar. Goedkeuring door de ledenvergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur derhalve niet automatisch tot décharge.

7. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de ledenvergadering een andere commissie van ten minste drie leden, die een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de in lid 3 van dit artikel bedoelde commissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de ledenvergadering verslag uit van haar bevindingen. Als ook dan goedkeuring wordt geweigerd neemt de ledenvergadering alle maatregelen die zij in het belang van de vereniging nodig vindt.
 
ARTIKEL 15.
1. De ledenvergadering wordt bijeen geroepen door het bestuur, en wel door toezending -ten minste acht dagen van tevoren- aan de leden en ouders, verzorgers of wettelijk vertegenwoordigers van een schriftelijke uitnodiging.

2. Behalve de in artikel 14 bedoelde jaarvergadering zullen ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dat wenselijk vindt. Bovendien moet een ledenvergadering worden gehouden telkens als dat door stemgerechtigde leden schriftelijk en onder opgaaf van de in die vergadering te behandelen onderwerpen wordt verzocht. Zo'n verzoek is uitsluitend rechtsgeldig als het wordt gedaan door ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is om in de ledenvergadering een/tiende gedeelte van de stemmen uit te brengen als in die vergadering alle niet-geschorste stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

3. Na ontvangst van een verzoek zoals in lid 2 van dit artikel bedoeld is het bestuur verplicht tot bijeenroeping van een ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze, waarop het bestuur de ledenvergadering bijeen moet roepen.
 
ARTIKEL 16.
1. Alle niet-geschorste leden hebben toegang tot de ledenvergadering. Ook geldt het bepaalde in artikel 6, laatste alinea, van de statuten.

2. Ieder niet-geschorst stemgerechtigd lid is bevoegd om aan een ander niet-geschorst stemgerechtigd lid schriftelijk volmacht te geven om in de ledenvergadering namens hem of haar te stemmen. Maar zo'n gevolmachtigde kan bij volmacht niet meer dan twee stemmen uitbrengen.

3. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, maar uitsluitend op voorstel van de voorzitter.

4. Vragen ten aanzien van de gang van zaken in de ledenvergadering waarin de statuten en ook het huishoudelijk reglement van de vereniging niet voorzien worden door de ledenvergadering beslist.

5. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij gewone meerderheid van stemmen, tenzij de statuten uitdrukkelijk anders bepalen. Bij staken van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is degene gekozen, die de gewone meerderheid van de stem men heeft verkregen. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, op wie het hoogste aantal stemmen werd uitgebracht en is degene gekozen, die in deze tweede stemming de meeste stemmen ontving. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot. Met "stemmen" wordt in de statuten steeds bedoeld: geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen nietige stemmen, blanco stembriefjes en stembriefjes die met de naam van het stemgerechtigd lid zijn ondertekend.

6. Een in de ledenvergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel, dat een besluit is genomen, is beslissend. Maar als terstond na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering, of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaats vond, ten minste één stemgerechtigde aanwezige, dit verlangt.

7. Indien alle niet-geschorste leden, nadat het bestuur op de hoogte is gesteld, buiten vergadering eenstemmig een besluit nemen, geldt dit als een besluit van de ledenvergadering. De secretaris van het bestuur maakt een aantekening van datum en inhoud van elk aldus genomen besluit. Die aantekeningen worden bij de notulen van de ledenvergadering bewaard. In de eerst volgende ledenvergadering wordt van het besluit melding gemaakt. Op besluiten zoals bedoeld in artikel 18 en in artikel 22 van de statuten kan het hier bepaalde niet worden toegepast.
 
ARTIKEL 17.
1. De voorzitter van het bestuur treedt ook op als voorzitter van elke ledenvergadering. Als de voorzitter afwezig is of ontbreekt zal de secretaris de ledenvergadering leiden. Als ook de secretaris afwezig is of ontbreekt bepaalt de ledenvergadering zelf wie als leider daarvan optreedt.

2. In elke vergadering houdt de secretaris van het bestuur de notulen; als deze afwezig is of ontbreekt bepaalt de ledenvergadering zelf wie dat zal doen. In de eerst volgende ledenvergadering worden de notulen vastgesteld. Daarna worden zij door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.
 
STATUTENWIJZIGING; FUSIE; SPLITSING.
ARTIKEL 18. 
1. Elk besluit tot wijziging (aanvulling daaronder mede begrepen) van de statuten kan slechts worden genomen in een ledenvergadering die schriftelijk en ten minste veertien dagen van tevoren wordt bijeen geroepen onder de vermelding dat daarin wijziging van de statuten voorgesteld zal worden.

2. Zij die tot de vergadering hebben opgeroepen moeten ten minste vijf dagen vóór die vergadering een afschrift van het voorstel waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag van die vergadering.

3. Tot wijziging van de statuten, tot het aangaan van een fusie en tot het aangaan van een splitsing, beide zoals bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij de vereniging betrokken is, kan niet anders besloten worden dan in een ledenvergadering waarin ten minste twee/derden van het totaal aantal niet-geschorste temgerechtigdeleden van de vereniging aanwezig of vertegenwoordigd is en alleen met een meerderheid van ten minste twee/derden van de stemmen. Maar als het vereiste aantal leden in die vergadering niet aanwezig of vertegenwoordigd is kan binnen dertig dagen opnieuw een vergadering gehouden worden. Daarin kan tot die statutenwijziging, fusie of splitsing besloten worden, maar niet anders dan met een meerderheid van ten minste twee/derden van de stemmen.
 
ARTIKEL 19.
Het bepaalde in artikel 18 van de statuten hoeft niet toegepast te worden als het besluit totstatutenwijziging genomen wordt met algemene stemmen en in de vergadering alle nietgeschorste leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
 
ARTIKEL 20.
Geen wijziging van de statuten is van kracht dan nadat deze is opgenomen in een notariële akte. Tot ondertekening van die akte is iedere bestuurder afzonderlijk en zelfstandig bevoegd.
 
HUISHOUDELIJK REGLEMENT.
ARTIKEL 21.
1. De ledenvergadering kan een huishoudelijk reglement en een of meer andere reglementen vaststellen en daarin alles regelen waarvan volgens de ledenvergadering nadere regeling nodig is.

2. Uitsluitend de ledenvergadering kan het huishoudelijk reglement en elk ander reglement wijzigen en niet anders dan op voorstel van het bestuur of op verzoek van ten minste een/derde gedeelte van de niet-geschorste stemgerechtigde leden.
 
ONVOORZIENE GEVALLEN.
ARTIKEL 22.
1. In alle gevallen waarin de Wet, de statuten en ook de reglementen van de vereniging niet voorzien besluit het bestuur.

2. Ten aanzien van door het bestuur op grond van dit artikel genomen besluiten kan door de betrokkene(n) in beroep worden gegaan bij de ledenvergadering door verzending, binnen veertien dagen nadat dat besluit aan deze(n) ter kennis is gekomen, van een aangetekende brief aan het bestuur.  Daarna roept het bestuur een ledenvergadering bij elkaar zo, dat die vergadering gehouden wordt binnen vier weken nadat het bestuur die aangetekende brief ontvangen heeft.  Het hiervoor lid 2 van dit artikel bepaalde geldt niet voor een besluit of onderdelen daarvan waarvan de uitvoering door het bestuur in redelijkheid niet kon worden uitgesteld.
 
ONTBINDING EN VEREFFENING.
ARTIKEL 23.
1. De vereniging wordt ontbonden in de gevallen waarvoor de Wet dat bepaalt . Bij besluit kan de vereniging worden ontbonden in een ledenvergadering die schriftelijken ten minste veertien dagen van te voren bijeen wordt geroepen onder de vermelding dat daarin ontbinding van de vereniging zal worden voorgesteld.

2. Tot ontbinding van de vereniging kan niet anders worden besloten dan in een ledenvergadering waarin ten minste drie/vierden van het totaal aantal niet-geschorste stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is en alleen met een meerderheid van ten minste twee/derden van de stemmen. Maar als het vereiste aantal leden in die vergadering niet aanwezig of vertegenwoordigd is kan tussen de achtste en de een en dertigste dag na die vergadering opnieuw een· vergadering plaats vinden. Daarin kan tot ontbinding van de vereniging besloten worden, maar niet anders dan met een meerderheid van ten minste twee/derden van de stemmen.

3. De ledenvergadering kan bij het besluit tot ontbinding de vereffenaars aanwijzen. Als dat niet is gebeurd zorgen de bestuurders voor de vereffening.

4. Aan een eventueel batig saldo na vereffening geven de vereffenaars een bestemming maar niet indien en voor zover de ledenvergadering dat al heeft gedaan.  De ledenvergadering kiest daartoe doeleinden die zij met het doel van de vereniging in overeenstemming acht.

5. Gedurende de vereffening blijven de statuten en blijven de reglementen van de vereniging zoveel mogelijk werking behouden.

6. Het bestuur wijst iemand aan -natuurlijk persoon of rechtspersoon- die de boeken en bescheiden van de vereniging tien jaren lang zal bewaren.